MySQL error /home/jacob/domains/loggy.nl/public_html/logs/layout.php on line 83
insert into online values
(
'',
   '',
   '1714131435',
   '3.129.70.157',
   'annash-/'
)


Incorrect integer value: '' for column `jacob_weblog`.`online`.`userid` at row 1
URL: /
IP: 3.129.70.157
UserAgent: Mozilla/5.0 AppleWebKit/537.36 (KHTML, like Gecko; compatible; ClaudeBot/1.0; +claudebot@anthropic.com)

Post:
Array
(
)


GET:
Array
(
    [gebruikersnaam] => annash
)


Sorry, there was an error, we are notified of the issue and will be resolved as soon as possible
Verhalenverzameling van Annash - Home
Hoe werkt het? Klik hier
Begin pagina
loggy.nl Home
Weblog maken
RSS Feed

Abonneren!

Verhalen

Haley deel III
Haley deel II
Foto's Londen
Haley deel 1
Links-rechts-links-rechts-links-rechts...
Vakantie deel V
Vakantie deel IV
Vakantie deel III
Vakantie deel II
Vakantie deel I
Londen deel II
Londen deel I
Dreams aren't lies
Een dag uit het leven van Mr. Lap Top


Haley deel III


Treurig slentert Haley die middag door Corbin heen. Ze zal het stadje en de omgeving missen. Het stadsleven van Londen zal flink wennen zijn voor haar. Ze loopt langs haar oude school, het CSX treinstation en het restaurant waar de Kentucky Fried Chicken is ontstaan. Het stadje telt zo’n 8000 inwoners en al snel heeft ze het gezien. Dit zijn de plekken waar ze wel altijd veel is geweest, maar weinig bijzondere herinneringen aan heeft, de school uitgezonderd. Ze denkt terug aan de grappen van Max, gewone grappen of om haar op te beuren, na de vuile streken van Lisa en haar volgzame kliekje. Ze herinnert zich nog die keer dat Lisa haar voor de les tegenhield en zei dat ze bij het schoolhoofd moest komen. Benepen was ze naar het kantoor gegaan, maar toen ze daar aankwam wist het schoolhoofd van niets. Tegen de tijd dat Haley terug kwam in de les, had ze de klassenfoto gemist. Ze weet nog hoe rot ze zich voelde en hoe Max haar opgebeurd had, toen hij haar huilend op het schoolplein had gevonden. Met een diepe zucht loopt ze terug naar huis en stapt in de oude, rammelende auto van haar tante. Op haar gemak rijdt ze een kilometer of dertig naar het zuidwesten, een plek waar ze zich écht thuis voelt: Cumberland Falls. Het vertrouwde, krakende geluid van de radio tovert een lichte glimlach op haar gezicht tevoorschijn. Ze draait de Cumberland Falls highway op en geeft extra gas. De snorrende motor duwt de auto de volgende heuvel op. Niet lang daarna worden in de verte de eerste tekenen van het nationale park zichtbaar. Al vanaf jongs af aan kwam ze er graag. Vaak ging ze samen met Max op de fiets erheen, om te genieten van de prachtige natuur en de indrukwekkende watervallen. Het was hun favoriete uitje als ze een dag niet naar school hoefden en voor Haley is dat door de jaren heen niet veranderd. Hoe graag ze ook een nieuwe start wil maken in Londen, het achterlaten van Corbin en Cumberland Falls valt haar zwaar. Een warme bries waait door haar openstaande raampje naar binnen. Als ze in Londen ergens aan zal moeten wennen, is dat het koude, gure weer. Hier in Kentucky is het vaak lekker weer. Ook nu, in oktober, is het nog ruim boven de 20 graden. Goed vijftien minuten nadat ze vertrokken is, gaat ze de snelweg af en parkeert de auto.

‘Haley, dear, laatste keer voorlopig?’ hoort ze een overbekende stem vragen. Ze glimlacht, draait de auto op slot en draait zich om. Voor haar staat een forse man van middelbare leeftijd.

‘Helaas wel, Leo, helaas wel,’ antwoordt ze wat bedroefd, ‘Als ik iets zal missen, dan is het dit. Max zit toch al een aantal jaar in Los Angeles. Ik ben eraan gewend geraakt dat hij ver weg zit en ik hem maar een paar keer per jaar kan zien. Ik spreek hem gelukkig vaak.’
Leo is al jarenlang één van de parkwachters van het nationale park. De meeste parkwachters zijn vriendelijk en behulpzaam, maar Leo is altijd écht geïnteresseerd in hoe het met haar gaat. Een enkele keer na ruzie met haar tante was ze driftig op haar fiets gestapt en naar Cumberland Falls gegaan, om uit te huilen bij Leo. Hij had haar opgevangen en vervolgens met de auto thuis gebracht, haar fiets achterin de laadruimte van zijn oude pick up. Er zwaaide wat voor haar toen tante Cynthia erachter kwam dat ze helemaal alleen zo’n eind had gefietst, maar ze was blij dat ze naar Leo was gegaan. Toen haar contract met de London Times definitief door ging, had ze Max gebeld en vervolgens reed ze naar Cumberland Falls om Leo het goede nieuws te vertellen. Leo was wildenthousiast en zelfs een beetje trots op haar geweest, dat ze het met een beurs zover had weten te schoppen. Zij zou er wel komen, had hij altijd al tegen haar gezegd. Haley dacht altijd dat hij dat zei om haar moed in te praten, maar tegenwoordig ging ze hem bijna geloven. Het was immers niet niks wat ze al bereikt had op deze leeftijd en als het aan hem lag, zou ze dit van de daken moeten schreeuwen. Een beetje overdreven kon hij wel zijn, maar verder was het een schat van een man. Leo kijkt haar aan met zijn typerende eigenzinnige glimlach, zijn ogen diep korenblauw en stralend.

‘Jij redt het wel, meisje. En nu, hup, naar je plekkie toe,’ spoort hij haar aan.

Even houdt Haley zijn blik vast en kijkt hem dankbaar aan, dan draait ze zich om en verdwijnt ze een smal paadje in om afscheid te nemen van haar meest geliefde plekje in Kentucky.


´Instapkaart?’ vraagt de stewardess. Haley houdt haar kaart omhoog en kijkt nieuwsgierig het vliegtuig in. Zou het vliegen eng zijn? Een beetje nerveus stommelt ze naar de plek die de stewardess haar aanwijst, zich excuserend als ze per ongeluk tegen een been van een medepassagier schopt. Volgens Max is vliegen het mooiste wat er is. Vrij als een vogel, maar toch veilig, grapte hij eens. Ze bergt haar tas op in de daarvoor bestemde vakken boven de stoelen en ploft neer. Gelukkig, een plekje bij het raam. Ze zoekt haar tante in de hal, die toch meegekomen is om haar uit te zwaaien, geheel tegen haar verwachting in. Het is bijzonder hoe het leven en een verstandshouding tussen twee mensen van het ene op het andere moment kan veranderen. Haar tante is sinds gisteren een compleet ander mens. Haley vindt het spijtig dat haar tante hiervoor nooit zo is geweest, want dan hadden ze vrij goed met elkaar overweg gekund. Gisterenmiddag werd er een kleine 20.000 dollar naar haar rekening overgeschreven, iets wat ze nog steeds niet zo goed kan bevatten. Wat zou ze daar allemaal van kunnen doen? Nee, zegt ze streng tegen zichzelf, gebruik het geld op een slimme manier. Uitgeven kun je het maar één keer. Het eerste wat ze wél doet, zodra ze in Londen aankomt, is een mobieltje aanschaffen. Dat is met haar werk dadelijk ook noodzakelijk. Als ze een mobieltje heeft, kan ze de vaste telefoonlijn wel laten zitten, dat scheelt weer geld. Haar werk stelt een aantal panden beschikbaar, waar de werknemers tegen een gereduceerd tarief een etage kunnen huren. Ze heeft ervoor gekozen om de bovenste etage van een pand aan Queensgate te gaan huren. Het is niet zo groot, maar goed genoeg voor haar. Volgens haar baas, Henry Clifton, is het een mooie wijk en zal ze het er prima naar haar zin hebben. Geen twijfel over mogelijk, denkt Haley, het heeft waarschijnlijk meer luxe dan ik in mijn hele leven bij elkaar gezien heb. Langzaam begint het vliegtuig achteruit te rijden en gaan ze richting de startbaan. De stewardessen leggen uit wat men moet doen in geval van nood en Haley volgt de aanwijzingen aandachtig. Niet lang daarna maakt het vliegtuig vaart. Als het loskomt van de grond, voelt ze de kriebels door haar buik schieten. Deels veroorzaakt door het opstijgen van het vliegtuig, deels door dit nieuwe hoofdstuk in haar leven. Haley kijkt nog even door het raampje naar het vliegveld, waar haar oudtante ergens moet staan. De zon gaat al langzaam onder en kleurt de hemel oranje. De zachte gloed verlicht het mooie landschap. Ze staart uit het raampje en prent deze laatste aanblik van haar vertrouwde omgeving in haar hoofd. Dit is waar ze is opgegroeid, dit is onderdeel van wie ze is.

‘Dag Kentucky…,’ fluistert ze dan zacht. Ze wendt haar blik af en staart doelloos voor zich uit. Achter haar ligt haar geschiedenis, voor haar ligt haar nieuwe toekomst.

‘Nerveus?’ vraagt de vrouw die naast haar zit vriendelijk. Haley knikt instemmend.

‘Een beetje wel, ja. Ik heb nog nooit gevlogen en dan gelijk zo’n eind…’

‘Er wordt straks wel een film gedraaid, die kun je kijken ter afleiding,’ adviseert de vrouw. ‘Voor je het weet sta je met je voeten op Engelse grond. Mocht je de landing eng vinden, zeg het maar. Wie weet kan ik je helpen. Ik vlieg veel voor mijn huidige werk en heb al aardig wat meegemaakt. Gillende kinderen, overgevende ouders, bibberende tieners… ’

Glimlachend kijkt Haley opzij en knikt als bedankje. Vooralsnog vindt ze het vliegen niet eng, eerder interessant. Onder haar wordt het landschap steeds kleiner, als een maquette die met veel zorg in elkaar is gezet. Een interessante blik op de wereld.

‘Wat ga je in Londen doen? Vakantie?’ vraagt de vrouw dan geïnteresseerd.

Even is Haley stil, voor ze antwoord geeft, denkend aan alle nieuwe dingen die haar te wachten staan. Hoe legt ze dit zo simpel mogelijk uit?

‘Een nieuwe baan… een nieuw leven,’ antwoordt ze dan eerlijk en glimlacht zwakjes.

‘Woorden die ik dertig jaar geleden ook gesproken heb,’ zegt de vrouw dan en steekt haar hand uit. Opnieuw kijkt Haley de vrouw aan en ze voelt een zekere verbondenheid met haar.

‘Carmen O’Donnell.’

‘Haley Dévon.’


22:23:15 17 November 2008 Permanente link Reacties (1)

Haley deel II


De verwachte preek blijft uit. Tante Cynthia heeft besloten om haar te negeren, alsof ze niet bestaat. Dat is ook niets nieuws. Vanaf haar jeugd is ze daaraan gewend geraakt. Als ze iets niet goed deed, kreeg ze of onderuit de zak, of deed tante Cynthia alsof ze lucht was. Dankbaar ontspant ze wat, zoekt een pleister en ruimt de zooi op. Geroutineerd maakt ze het ontbijt klaar en zet het op tafel. Zuchtend kijkt tante Cynthia haar aan.
‘Haley, ik moet met je praten.’
Wat verwonderd kijkt ze naar haar tante. Tante Cynthia vraagt nooit iets, ze snauwt enkel bevelen. De ietwat zachte toon waarop ze haar aanspreekt, is een toon die ze nog nooit van haar heeft gehoord.
‘Ja?’ antwoordt ze stijfjes en schenkt melk in de glazen. Haar tante speelt met het bestek. Tante Cynthia die speelt met het bestek? Vanonder haar wimpers gluurt Haley naar haar tante. Een nerveuze trek staat op haar gezicht, haar vingers klemmen zich gespannen om het mes. Pas maar op, dadelijk krijgt ze nog moordneigingen, waarschuwt Haley zichzelf. Ze bijt om haar lip om niet in de lach te schieten. Tante Cynthia mag dan een kreng zijn, suïcidaal is ze absoluut niet.
‘Het gaat over je moeder,’ zegt tante Cynthia dan op een koele, afgemeten toon. Blijkbaar heeft ze zichzelf weer terug gevonden.
Het glas melk blijft in de lucht zweven bij het horen van die woorden. Voorzichtig zet ze het op tafel, bang dat het anders uit haar handen zal schieten. Nooit, maar dan ook nóóit, heeft tante Cynthia uit zichzelf wat gezegd over haar moeder, behalve wanneer ze haar aan het afkraken was. Vragend kijkt Haley haar tante aan, die diep adem haalt en haar recht aankijkt.

‘Ik was bij je geboorte.’ Het hoge woord is eruit.
Met open mond kijkt ze naar de overkant van de tafel. Haar tante weigert haar blik neer te slaan, maar lijkt kwetsbaarder. Langzaam dringen de woorden van haar tante goed tot Haley door. Ze was bij haar geboorte? Waarom heeft ze dan al die jaren gezegd dat ze haar moeder nooit heeft gekend? Wat is de reden dat ze heeft gelogen? Hoe goed kende ze haar moeder dan? En zou ze haar meer kunnen vertellen over haar vader? Vragen duizelen door haar hoofd tot ze lijkt te draaien. Ze grijpt haar stoel vast en haalt diep adem. Langzaam stopt de wereld met tollen, stoppen haar oren met suizen en wordt ze rustiger. Uit alle vragen die schreeuwen om beantwoordt te worden, kiest ze er één.
‘Waarom?’
‘Omdat je moeder dat vroeg,’ antwoordt haar tante eenvoudig. Haar strenge, ijzige houding van normaal is verdwenen. Haar gelaatstrekken lijken zachter, haar ogen stralen zowaar wat vriendelijkheid uit.
‘Ik heb je moeder beloofd, vlak voor ze stierf, om je ooit de waarheid te vertellen. Morgen scheiden onze wegen zich, dus het leek me het beste om het vandaag te doen. Misschien dat je vanmiddag nog wat afscheid wilt nemen van Corbin,’ klinkt ze aarzelend. Onbewust glimlacht Haley even. Het is haar tante dus wel degelijk opgevallen hoe gek ze is op het stadje en de omgeving. De prachtige natuur kan haar urenlang boeien. Vaak liep ze langs de zaak waar Kentucky Fried Chicken is ontstaan. Vol respect voor Harland Sanders, vol hoop om zelf ook zo op te klimmen, zowel op de sociale als economische ladder.
‘Mijn persoonlijke mening over je moeder weet je, maar mijn beloften kom ik na. Toen jij geboren werd, een paar uur voordat je moeder stierf, vroeg ze me om voor je te zorgen. Ze wilde niet dat je in een weeshuis of bij vreemden op zou groeien. Niet dat ik geen vreemde was,’ zegt ze schouderophalend. ‘Afijn, je moeder smeekte het me en ik gaf mijn woord. Na de begrafenis van je moeder, nam ik je mee hierheen. De rest daarvan weet je,’ besluit ze. ‘Er is echter nog één ding dat je niet weet. Alles wat je moeder had, heeft ze aan jou nagelaten. Ik heb dat voor je bewaard.’ Er valt een korte stilte en Haley kan haar oren niet geloven. Haar moeder heeft haar wat nagelaten? Waarom hoort ze daar nu pas van? Volgens de wet is ze al jaren volwassen! Waarom groeide ze op met de weinige middelen die ze had, liep ze rond in oude kleren? Daarom werd ze gepest! Wat als ze dat geld al had gehad, zou ze dan ladingen vriendinnen hebben gehad? Zouden mensen op straat haar dan niet met medelijden in hun ogen na hebben gekeken?
‘Het wordt tijd dat je krijgt wat van jou is. Vanmiddag gaan we naar de bank.’
Zwijgend knikt Haley, nog niet beseffend wat haar zojuist is overkomen. Tante Cynthia staat op en verlaat de keuken, haar alleen achterlatend.

‘Is het veel?’ vraagt ze plots. Tante Cynthia verschijnt weer in de deuropening.
‘Genoeg,’ zegt ze. ‘Maar ik denk dat ik er goed aan heb gedaan om je op deze manier op te voeden. Je bent een verstandig meisje geworden, je kunt goed werken en klaagt nooit. Ik wilde niet dat je verwend zou worden. Daar zou je moeder een hekel aan hebben gehad. Ik heb zelf ook geld genoeg, alleen dat wist jij niet,’ zegt ze met een zweem van een glimlach om haar mond.
Met die woorden laat ze haar voor de tweede keer achter. Stomverbaasd staart Haley voor zich uit. Een verstandig meisje dat goed kan werken? Dat is uit de mond van haar tante wel een enorm compliment! Wie had dat ooit achter haar gezocht? En haar tante geld genoeg? Daar had ze nooit iets van gemerkt! Hoe kon tante Cynthia op deze manier leven, als ze misschien wel een klein fortuin op de bank heeft staan? Max, denkt ze dan, Maxwell weet van niets! Ze schiet naar de telefoon en toetst het nummer van haar vriend in, zich bedenkend dat het in Los Angeles nog midden in de nacht is.
‘Hallo?’ klinkt het slaperig.
‘Max, ik ben het! Sorry dat ik zo vroeg bel.’
‘Geeft niet, Teddy, wat is er?’ Haley glimlacht bij het horen van haar koosnaampje. Teddy, vernoemd naar de beer van haar moeder. Als kind was ze onafscheidelijk van haar knuffel. Maxwell vond als kleuter haar eigen naam te moeilijk en noemde haar Teddy. Na al die jaren gebruikte hij die naam nog steeds. Haar eigen naam gebruikte hij nooit. Af en toe vroeg ze zich wel eens af of hij die wel wist.
‘Mam heeft me het één en ander nagelaten… tante Cynthia heeft het al die jaren verborgen gehouden. Kun je dat geloven? Wie had dat ooit gedacht? Ik weet nog niet hoeveel… maar ik zal een stuk minder krap hoeven te leven in Londen dan ik had gedacht,’ vertelt Haley haastig. Even is het stil aan de andere kant van de lijn.
‘Meen je dat nou, Teddy? Dat kan toch niet?’
‘Als ik wakker word en het blijkt een droom te zijn, word ik gek. Maar als ik mezelf knijp, doet het pijn,’ voegt ze er glimlachend aan toe als ze het getest heeft.
‘Dat is… fantastisch. Jeetje, sorry, ik ben er een beetje stil van.’
Er valt een korte pauze.
‘Droom je nog steeds?’ vraagt hij dan.
‘Ja,’ antwoordt ze kort. Meer valt er niet te zeggen. De dromen zijn iedere keer hetzelfde, tot in de details toe. En die kent Max al. Wat zou ze eraan toe moeten voegen?
‘Laat het weten vanmiddag, en als je eindelijk meer ontdekt over die droom, oké?’
‘Dat zal ik doen,’ belooft Haley, ‘Slaap lekker, Max.’
‘Dag Teddy. Goede vlucht morgen.’

Haley rent naar boven, de rommel in de keuken latend voor wat het is. Boven grist ze de foto van haar moeder en Teddy uit de koffer. Met de beer in haar armen geklemd laat ze zich op het bed vallen, starend naar het beeld van haar moeder. Wist ze maar meer van haar. Hoe zou haar leven geweest zijn als ze niet bij tante Cynthia was opgegroeid? Niet hier, in Corbin, Kentucky, maar in Baker, Louisiana, of misschien wel in Dalles of New York? Zou ze een goede band met haar moeder gehad hebben? Was ze dan ook journalistiek gaan studeren en op haar drieëntwintigste verhuisd zijn naar Londen? Of zou ze samen met haar moeder gereisd hebben en veel van de wereld gezien hebben? Na al die jaren blijkt nu dat ze tóch wat van haar moeder heeft gekregen. Niemand zal ooit begrijpen hoeveel dat voor haar betekent. Haar moeder wilde dat ze het kreeg, het was voor haar bestemd. Helemaal van haar. Tranen van dankbaarheid verschijnen in haar ogen. Zou haar moeder het gedaan hebben uit verstand, of uit liefde? Ze hoopt dat laatste. Dan zou er al voor haar geboorte, iemand van haar gehouden hebben.
‘Dankje, mam,’ fluistert ze zachtjes, met een blik op Teddy, en haar moeder. In gedachten bedankt ze tante Cynthia. Dankbaar dat ze door haar in huis genomen werd, dankbaar dat tante Cynthia haar belofte tegenover haar moeder heeft gehouden. Hoewel haar leven lang niet altijd makkelijk is geweest, snapt ze nu de gedachte achter haar opvoeding.

12:49:32 04 Oktober 2008 Permanente link Reacties (0)

Foto's Londen


Nou het heeft even geduurd... maar de foto's van Londen zijn ein-de-lijk online!

Voor de liefhebbers hier een linkje: www.specialshots.nl


21:23:45 02 Oktober 2008 Permanente link Reacties (0)

Haley deel 1


De volle maan staat stralend aan de donkere hemel, waarin ontelbare sterren fonkelen. Heldere lichtstralen vallen op de eeuwenoude bomen die lange, grillige schaduwen over het gras verspreiden, welke tot in de verste hoeken zichtbaar zijn. Dichte mist omhult het prachtige park, alsof er buiten de hekken niets bestaat. Het zachte schijnsel van de lantaarns wordt door de fijne nevel gedempt tot een magische gloed, dauwdruppels glinsteren op het gazon. Een jonge vrouw loopt op blote voeten over de natte grassprieten, de paden van het park mijdend. Ze is gehuld in een nauwsluitende, ivoorkleurige japon, die haar lichtgetinte huid benadrukt. Haar krullende haren vallen als een waterval over haar schouders en reiken tot haar onderrug. Rustig en vertrouwd gaat ze verder, tot ze op een kruising met de paden komt. Vertwijfeld kijkt ze links en rechts, turend in de dichte mist, maar ziet geen herkenningspunten. Uiteindelijk slaat ze rechtsaf. Wantrouwend loopt ze verder. Haar tempo mindert, voetje voor voetje loopt ze door. Een paar keer stopt de jonge vrouw, vertwijfeld om zich heen kijkend. De mist wordt dikker en dikker, er is nauwelijks wat te zien. Een tijdje loopt ze door, inmiddels ver afgeweken van het pad, verdwaald op het gazon. Het is zo donker dat de wereld om haar heen helemaal zwart is, het licht van de lantaarns is al lang verzwolgen door de mist. Plots haalt ze moeilijker adem, legt haar hand om haar keel. Haar adem wordt afgesneden, alsof iemand haar probeert te wurgen. De mist komt ineens als een dreigend wezen op haar af en sluit haar in. Piepend hapt ze naar lucht, paniek maakt zich van haar meester. Zwarte vlekken verschijnen voor haar ogen, heel even meent ze in de verte een schim te zien. Een man? Een zwakke kreet ontsnapt over haar lippen, dan wordt alles zwart en valt ze bewusteloos op grond.

Met een luide kreet schiet Haley overeind. Op het laatste moment ontwijkt ze het schuine dak. Hijgend haalt ze adem, badend in het zweet. Haar nachtjapon is doorweekt en haar lange haar kleeft aan haar rug. Langzaam wordt ze zich bewust van haar omgeving. Het was maar een droom, stelt ze zichzelf gerust. Je was niet echt in dat park, je ging niet echt dood. Met een doffe plof laat ze zich weer achterover vallen op haar kussens. Ze staart naar het schuine dak, dat haar net bijna weer een bult extra had bezorgd. Het dak dat ze al 23 jaar als eerste ziet als ze wakker wordt. Het ooit witte plafond is grauw geworden en zit onder de vlekken van doodgeslagen muggen, spinnen en andere insecten. De verschoten gordijnen hangen verwaarloosd voor het kleine zolderraam. Ze glimlacht even, wat is nog het nut om die oude vodden dicht te doen? Tegen het licht helpen ze al lang niet meer. De verder sombere kamer is ook niet bepaald uitnodigend. Geen schilderijen, foto’s of andere prulletjes. Slechts een grote, bruine kast, haar bed en een versleten stoel in de hoek, waar haar kleren op liggen. Nog een paar dagen, denkt Haley, dan kan ik deze plek eindelijk vaarwel zeggen. Een raar gevoel bekruipt haar. Zouden daarmee deze dromen ook eindigen? Ze zucht diep en draait op haar zij. De oude wekker op een versleten krat die dienst doet als nachtkastje, geeft aan dat het bijna half zeven is. Tijd om op te staan. Versuft dwingt Haley zichzelf om overeind te komen. Ze kan maar beter zorgen dat ze alles op tijd af heeft, voordat haar oudtante Cynthia uit haar slof schiet. Zoals altijd, denkt ze er schamper achteraan. Ze grabbelt een haarborstel van het geïmproviseerde nachtkastje, bindt haar haren samen en kleedt zich in automatisme aan. Haar gedachten dwalen af, terug naar de droom van vannacht. Al anderhalve maand lang achtervolgt het haar. Steeds dezelfde beelden, steeds hetzelfde einde. Iedere nacht opnieuw wordt ze weer verzwolgen door de mist en wordt ze in paniek wakker, bang dat ze dood is. Wat is toch de boodschap hierachter? En vooral: wie is die vage schim die ze iedere keer ziet, net voordat ze stikt? Gefrustreerd trekt ze haar kastdeur open om sokken te pakken. Een muffe geur stijgt op uit de oude kast, die gevaarlijk wankelt. Voorzichtig doet Haley de deur weer dicht, bang dat het verrotte ding zal bezwijken.

Haar blik glijdt naar de gloednieuwe koffers die naast de kast staan. Morgen rond dit tijdstip zal ze vanaf het internationale vliegveld in Lexington naar Londen vliegen. Weg van hier, weg van tante Cynthia, op naar een nieuw leven. Gisteren heeft ze de koffers ingepakt. Al haar bezittingen passen in twee koffers. Eén voor de kleding, de ander voor de weinige persoonlijke spulletjes die ze bezit en nog wat kleding. Een foto van haar moeder, de knuffelbeer die ze als baby al had – het enige dat ze van haar moeder heeft gekregen, naast haar naam – en een paar brieven die haar moeder aan haar vader heeft geschreven, maar nooit heeft verstuurd. Met een treurige zucht denkt Haley aan de brieven, die geen enkele aanwijzing bevatten. Wist ze maar wie haar vader was. Had ze haar moeder maar gekend. Was ze maar niet opgegroeid bij oudtante Cynthia. Foei, bestraft ze zichzelf, dat mag je niet denken. Als tante Cynthia haar niet in huis had genomen, was ze naar een weeshuis gegaan. Maar toch, makkelijk was het leven niet geweest voor haar. Tante Cynthia voedde haar streng op. Geen TV, die was alleen voor haar. Een telefoon was er, maar die mocht ze zelden gebruiken. Om van een computer met internet maar niet te spreken. Nooit nieuwe kleren, alleen als ze echt niet meer pasten of tot op de draad versleten waren. Geen uitjes, jongens waren verboden. Natuurlijk had Haley zich daar weinig van aan getrokken, daarvoor had ze teveel toekomstplannen. Toen ze ouder werd, was ze het zat dat ze op school altijd gepest werd met haar oude, saaie kleding. Ze zocht een baantje en werkte hard – stiekem, zodat tante Cynthia het niet zou merken. Van het geld dat ze verdiende kocht ze zo nu en dan nieuwe spulletjes. De kleding verstopte ze bij haar beste vriend Maxwell, afgekort Max. Hij was haar enige vriend en inmiddels studeerde hij aan de UCLA, aan de andere kant van het land. Iedere ochtend ging ze extra vroeg naar school en kleedde zich dan om op het toilet. Ze wist dat haar moeder niet arm was geweest, niet het leven had geleid dat Haley deed. Toch kon het haar niet schelen. Vastbesloten knokte ze voor zichzelf. Ze deed altijd haar best op school, was een uitzonderlijk goede studente. In haar laatste jaar op de highschool deed ze mee aan een project. Met haar scriptie won ze een beurs en kon verder studeren. Ze studeerde wat ze altijd al wilde: journalistiek. Ze verbeterde haar schrijven en nog voor ze afgestudeerd was, kreeg ze een baan aangeboden bij de London Times. Haar nieuwe toekomst en die begon morgen. Haley opende haar koffer en haalde de foto van haar moeder eruit. Ondanks haar lichtere huidskleur – haar vader moet blank geweest zijn – leek ze sprekend op haar moeder Casinda, wat ook haar tweede naam was. Hoewel haar moeder van Afrikaanse afkomst was, groeide ze op in Baker, Louisiana, een klein stadje ten noorden van Baton Rouge. Al op jonge leeftijd liep Casinda weg van huis en had geen contact meer met haar familie. Waarom ze wegliep, is niet bekend. Haar ouders overleden jong, meer familie was er niet, afgezien van oudtante Cynthia. Veel meer dan dit wist Haley niet van haar moeder. Van haar vader wist niemand iets en Haley verlangde er wanhopig naar om meer over hem te weten te komen. Al duizenden keren had ze de brieven van haar moeder gelezen. Elke zin, ieder woord, alle lettergrepen, ze wist het allemaal uit haar hoofd. Iedere keer opnieuw hoopte ze dat ze een aanwijzing zou vinden, al was het maar een naam, maar iedere keer legde ze de brieven weer teleurgesteld weg. Het enige wat ze eruit op kon maken, was dat Casinda haar vader niet lang had gekend en dat hij niet op de hoogte was van haar bestaan. Haley mijmert weg in de gedachten over haar vader. Hoe zou hij heten? Was hij knap? Leefde hij nog, of niet meer? Wat voor werk zou hij doen?

‘HALEY CASINDA DÉVON!’ gilt een schelle stem door het huis. Haley krimpt in elkaar bij het horen van de bijtende stem van tante Cynthia. Zacht vloekend op zichzelf omdat ze zo aan het dagdromen was, rent ze haar kamer uit. Als tante Cynthia haar volledige naam gebruikt, kan ze maar beter opschieten. Verdorie, waarom heeft ze dan ook niet op de tijd gelet. Ze had het ontbijt al lang klaar moeten hebben! Ze schiet de trap af, de slechte treden vermijdend.
‘Sorry,’ excuseert ze zich tegenover haar tante, die haar met priemende ogen aankijkt, en gaat direct door naar de koelkast om het ontbijt te maken. De blik van haar tante brandt in haar rug. Laat het haar niet merken, hoopt Haley.
‘Je hebt weer gedroomd,’ merkt tante Cynthia scherp op.
‘Ja,’ mompelt ze en richt zich op haar werk. Hoe weet tante Cynthia dat toch altijd? Blijkbaar kent ze haar beter dan ze altijd denkt.
‘Net zo bedorven als haar moeder,’ mompelt tante Cynthia achter haar rug. ‘Dat zwarte ras, uitroeien moesten ze het.’
Haley verstijft en klemt haar lippen op elkaar. Tante Cynthia is dan wel familie, maar geen bloedverwant en ze heeft de schurft aan iedereen die niet blank is.
‘Onzuiver,’ klaagt haar tante verder. De krant ritselt als er een pagina omgeslagen wordt. Het bloed raast door haar aderen. Vrieskast, ijs, ijs, ijs, denkt Haley krampachtig. Koel af, niet luisteren. Ze weet niet wat ze zegt, maakt ze zichzelf wijs. Driftig snijdt ze het vlees. In haar woede let ze niet op en raakt ze haar vinger. Het bloed spuit door de kamer. Tranen springen in haar ogen en net op tijd slikt ze een vloek in. Als tante Cynthia haar hoort vloeken, zwaait er wat. Haastig knijpt ze de wond dicht en spoelt haar hand af onder de kraan, wachtend op de preek die ze gaat krijgen.

22:23:21 16 September 2008 Permanente link Reacties (0)

Links-rechts-links-rechts-links-rechts...


Ken je die mensen, die altijd lopen te zwoegen? Jij lekker in je auto’tje met 100 over een weg waar je 80 of zelfs maar 60 mag, en dan die lui die in hun oversized shirt lopen te joggen, of iets wat erop moet lijken. En dat oversized zodat je hun vetrollen minder ziet? Vreselijk om te zien, puffend, hijgend en zwetend, ploeterend om hun ene voet voor de ander te krijgen. Ik heb me altijd voorgenomen om nooit zo iemand te worden. En ik hoor bij de club, sinds gisteren. Oké, afgezien van het oversized shirt en de mega-vetrollen. Zo erg is het niet. Maar toch, de kleding zit allemaal wat krapjes. Gister mijn broertje met zo’n leuk voorstel: ‘Dan ga ik hardlopen, en jij op je skeelers!’ Oké, deal. No problem. En nee, inderdaad geen probleem. Broertje liep na tien minuten hijgend naast me en ik zwierde vrolijk voorbij op mijn skeelers.

 

Dan vandaag, in m’n uppie. Eerst die pokke MP3 al foetsie natuurlijk. Dan is het ellendige ding ook nog leeg en de oplader met vakantie. Die teruggevist van Aruba en na 40 minuutjes toch omgekleed. Wat een drama. De wind stond ineens anders en waar het gister 33 graden was is het nu maar 25, maar vooruit komen ho maar. Wat is dat toch? Al snel geef ik de schuld aan blokkerende wieltjes, slecht asfalt en ga zo maar door. Eigenwijs als ik ben, wil ik nog even niet toegeven dat het gewoon mijn bizar slechte conditie is. Verdorie, vroeger vloog ik minstens met 30 kilometer per uur overal langs. Of in ieder geval zo hard voor mijn gevoel. Nu ben ik één van die mensen die na een kwartiertje het gevoel heeft niet meer vooruit te komen. Eindelijk kom ik op goed asfalt. Gaan met die banaan, denk ik, maar mijn benen zijn niet vooruit te krijgen. Mijn voeten blijven hangen, mijn armen slingeren ietwat ongecontroleerd om me heen en ik krijg het ritme niet te pakken.

 

Dan maar meedenken. Links-rechts-links-rechts-links-rechts. Langzaam gaat het beter. In het dorp voor de onze pik ik snel een binnendoor weggetje. Want dat is korter. Ah, leuk, nieuw asfalt en nieuwe steentjes. Was ik nu maar buitenom gegaan. Links-rechts-links-rechts-links-rechts. Laatste bochtje, dorp uit en recht stuk. Even een sprintje tot de rotonde. Sprintje? Puf-puf-puf-links-rechts-links-rechts. Oké, laat maar. Vandaag nog geen sprintje, eerst maar thuis zien te komen. Maar tot die tijd ga ik door. Links-rechts-links-rechts-links-rechts. Remmen voor de rotonde. Shit, auto. Shit, leuke gozer. Met een grote grijns kijkt ‘ie me aan als ik voor hem moet stoppen. Shit, hij is nog leuk ook. Daar gaat ie, in zijn Renault. Gas erop en gaan. Gas erop en gaan, denk ik bij mezelf ook nog even. Maar nee hoor. Links-rechts-links-rechts. Ik kijk achterom of de weg vrij is, krijg te maken met mijn afwijking naar rechts en ga bijna op mijn bakkes de berm in. Pfieuw. Ging nog net goed. Waarom deed ik dit ook alweer?

Links-rechts-links-rechts-links-rechts…


20:42:47 01 Augustus 2008 Permanente link Reacties (0)

Londen deel III


De volgende ochtend ben ik om tien over acht wakker. De wekker staat om negen uur en ik besluit eerst te gaan douchen. Dat duurt even, want op de gang heeft zich een kleine wachtrij voor de douches ontwikkeld. Stipt negen uur kom ik de kamer weer binnen en maak Kate wakker, die nog vredig ligt te slapen. Snel kleedt ze aan en gaan we naar de kelder, waar het ontbijt geserveerd wordt. Kate heeft direct de aandacht van een niet al te knappe Argentijn en stiekem lach ik even. We schuiven aan een tafel en vinden twee Nederlandse meisjes, die we de dag ervoor ook al heel even gesproken hebben.

‘Toch ben ik meer een Johnny Depp-fan,’ zegt het donkerharige meisje, na het horen van ons verhaal.

‘Dan hoor je er niet bij,’ grijnst Kate gelijk en we schieten in de lach.

‘Goedemorgen zeg, jij bent vrolijk. Wat is er met je ochtendhumeur gebeurd?’ vraag ik, wetend dat Kate normaal ’s ochtends niet te genieten is.

‘Moet je dat nog vragen?’ lacht ze en ik schud mijn hoofd.

Ik heb er zelf ook nog steeds last van. Na gisterenavond maakt niets onze vakantie nog kapot. Het is leuk om ook weer even met andere mensen te kunnen praten. In de jeugdherberg hoor je veel verschillende talen. Op onze kamer zit een meisje uit Spanje, twee jongens uit Denemarken, iemand uit Roemenië en nog twee jongens die we niet gesproken hebben.

‘Dadelijk maar sightseeing?’ vraag ik met een blik opzij.

Kate knikt instemmend en na het ontbijt pakken we onze spullen. Op straat staan genoeg mensen en met vijf minuten hebben we kaartjes bij de Big Bus Company gekocht. Binnen de kortste keren staan we echter in de file, maar dat geeft ons de kans om veel foto’s te maken. We zien de belangrijkste toeristische attracties van Londen: St. Paul’s Cathedral, waar Diana trouwde met Charles, Big Ben, Houses of Parliament, Tower bridge en nog veel meer. Bij de Tower bridge stappen we uit. Hier kunnen we overstappen op de boot, en een stukje varen over de Theems laten we ons niet ontgaan. Weer terug bij de Big Ben wacht Kate gespannen op het luiden van de klok. De videocamera gericht op de toren, wordt het drie uur, maar de Big Ben luidt niet.

‘What the hell?’

Kate kijkt verbaasd achterom, ik haal mijn schouders even op en we wachten nog even.

‘It’s broken and gone for reparation for  the next nine months,’ zegt de eigenaresse van een souvenirskraampje achter ons, die ons verhaal blijkbaar heeft kunnen volgen. Logisch op zich, er lopen hier zoveel toeristen dat de verbaasde gezichten niet op twee handen te tellen zijn. Kate moppert.

‘Potverdorie, het is zó gaaf, echt Shan! Je weet niet wat je mist!’

Gepikeerd stopt ze haar videocamera terug in haar tas, terwijl ik haar grijnzend aankijk.

‘Hebben we gelijk een reden om nog eens terug te gaan…’

We stappen in de metro, om de volgende halte weer uit te stappen en koers te zetten naar Buckingham Palace. Het is raar om het monument van Diana te zien, terwijl ze over twee weken alweer tien jaar overleden is. Met onze grote lenzen pesten we de guards nog even en ook St. James’s park gaat op de foto.

‘Nog meer?’ vraag ik.

Kate schudt haar hoofd.

‘Het belangrijkste hebben we nu wel gehad…’

Er valt even een stilte.

‘Zeg, ik was aan het denken…’

‘Om terug te gaan naar Duke’s?’ vul ik aan en Kate knikt direct.

We hebben vaak maar weinig woorden nodig.

‘Kom, we gaan Orlando crashen,’ grijns ik en we gaan terug naar de metro.


Onderweg koop ik twee kaarten van Londen: één voor Romana, die in het ziekenhuis ligt, en één voor ‘oma’ Joyce, een goede kennis van ons uit Engeland. Joyce heeft ons geholpen met het kopen van de kaartjes voor In Celebration en ik vind het wel op zijn plaats om even een bedankje te sturen. We haasten ons terug naar de jeugdherberg, waar we snel wat omkleden. We zijn alweer bij de ingang naar de metro als ik ontdek dat ik mijn portemonnee helemaal niet bij me heb.

‘Kate! Wacht!’

Ik draai me om en ren terug. Snel gooi ik mijn portemonnee in de tas en wissel ook nog even mijn gympen voor mijn laarzen. Even later zitten we dan toch in de metro, op naar Duke’s. Eenmaal daar, kijk ik Kate wat verontrust aan.

‘Het is veel te rustig, als het goed is komt ie over een half uurtje al,’ zeg ik met een blik op mijn horloge.

‘Ah, nee joh, het is gewoon rustig,’ wimpelt ze mijn woorden weg, ‘wees blij, hebben we een goede plek.’

Ik twijfel nog steeds als we een goed plekje uitzoeken: dat waar Orlando gisteren als eerste heen ging.

‘Ik ga het vragen,’ besluit ik dan en loop naar de kleerkast van gisteren toe.

‘Excuse me, is Orlando already in?’

De bodyguard knikt bevestigend.

‘He has two shows today. He came out for about five minutes,’ hij kijkt even op zijn horloge, ‘about ten minutes ago.’

‘Verdomme,’ vloek ik, blij dat ze me toch niet verstaan, en vertel het nieuws aan Kate.

‘Wat nu?’ vraag ik somber.

Aarzelend kijkt Kate me aan en ik weet al wat ze wil zeggen.

‘Kate, dat is VIJF uur!’ roep ik ontzet uit.

Ze haalt haar schouders op en kijkt me aan.

‘Ach, wat maakt het? We hebben Londen gezien, en dit is goedkoper dan uitgaan…’

Ik zucht en zink neer op de stoep, mijn handen opgeheven.

‘Oké, oké, jij wint,’ geef ik het maar op.

Ik rommel in mijn handtas en werp haar mijn portemonnee toe.

‘Als jij dan even eten haalt…’

Liefjes glimlachend kijk ik haar aan en met een zucht draait ze zich om.

‘Nog wensen, madam?’ vraagt ze over haar schouder.

‘Geen tomaat,’ antwoord ik.

Kate loopt door in de richting van de Pret, die zich op de hoek van de straat bevindt.

‘En géén VIS!’ brul ik dan achter haar aan.

Ik kijk op mijn horloge, het is half zes. Een diepe zucht komt over mijn lippen en ik kijk omhoog, naar de poster van In Celebration die boven mijn hoofd hangt. Wat zou Orlando nu doen? De straat is inmiddels verlaten, op winkelende mensen na. Naast mij staan de drie bodyguards, dezelfde als gisterenavond. Vijf uur wachten… ik zucht nog eens.

‘What ‘re ye guys goin’ to do?’ hoor ik plots een zware stem naast me.

Ik kijk op en zie dat de kleerkast naast me staat. Ik antwoord zonder moeite te doen om overeind te komen.

‘Waiting for Orlando. We missed him earlier today.’

Het is even stil en ik kijk omhoog. Peinzend en hoofdschuddend kijkt hij me aan.

‘Ye foolish girls! Waitin’ for five ‘ours!’

Ik grinnik even om zijn antwoord, is hij dit niet gewend dan?

‘Yeah, well, I don’t think you’ll be saving my seat here, so what other option do we have?’ werp ik tegen.

Een lichte glimlach verschijnt rond zijn lippen.

‘Weren’t ye here yesterday?’

Ik klim overeind en voel me nog steeds akelig klein.

‘Yes, we went to see the show.’

‘Ey, Dagger, here’s your food,’ hoor ik Kate zeggen, voor de bodyguard kan antwoorden.

‘Thanks mate,’ zeg ik in automatisme als ik mijn Pirates-bijnaam hoor.

De bodyguard kijkt ons bevreemd aan. Ik schiet in de lach terwijl Kate en ik neerzinken op de stoep onder de poster en aan ons avondmaal beginnen: een grote schaal salade. De kleerkast schijnt ons niet met rust te kunnen laten, hij loopt wat te draaien en heen en weer te wandelen, maar hij houdt ons scherp in de gaten. Zodra we klaar zijn en opstaan, staat hij weer naast ons.

‘How was the show?’ Hij heeft een apart accentje en is soms erg lastig te verstaan, maar binnen de kortste keren hebben we de grootste lol. Terwijl Kate over de show vertelt, kijkt ze me een paar keer veelbetekend aan. Ik haal mijn schouders op en zend haar een ik-heb-geen-idee-wat-je-bedoelt-blik. Als de kleerkast zich verontschuldigt en even het theater binnen gaat, stompt Kate op mijn schouder.

‘Dát,’ zegt ze nadrukkelijk, ‘is Orlando’s personal bodyguard.’ Even kijk ik haar wat vaag aan, maar mijn antwoord is nog vager dan mijn blik.

‘Hij begon tegen mij te praten hoor…’

Met grote ogen kijkt ze me aan.

‘Je snapt het niet hé? Weet je hoe handig het kan zijn om met onze kleerkast aan te pappen?’ Het duurt even voor bij mij het kwartje valt, maar dan kijk ik haar triomfantelijk aan.

‘Wat let ons?’

Terwijl Kate vertelt over het forum waar ze de kleerkast vaker op foto’s heeft zien staan, luister ik maar half. Ik kan het niet helpen dat ik aan Orlando moet denken, die binnen bezig is met het theaterstuk.

‘Dagger!’ zegt ze scherp en ik schrik op uit mijn gedachten.

‘Sorry.’

‘Waar zit je toch met je kop?’

Grijnzend kijk ik omhoog.

‘En jij dacht dat je dat moest vragen?’ Ik knik met mijn hoofd naar de poster en Kate schiet in de lach.

‘Jij bent echt onmogelijk.’

Het is even stil.

‘Nog geen fanfic inspiraties?’ vraagt ze dan.

‘Kate,’ zeg ik nadrukkelijk. ‘Drie jaar is lang genoeg. Het zou afgezaagd worden nu.’

‘Maar ik bedoel… Orlando… ik bedoel gewoon… nouja, hoe kan dat ooit saai zijn om over te schrijven?’

Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht.

‘Ik heb nooit beweerd dat het saai is om over Orlando te schrijven. Maar na drie jaar fanfic wil ik eens iets serieuzers doen. Iets waar ik later misschien wat meer mee kan.’

‘Ey, Tinkerbell,’ hoor ik dan achter me.

Wetend dat het iemand is die mij bedoelt, draai ik me om. Daar staat onze kleerkast. Donker kijk ik hem aan en hij merkt het gelijk op.

‘Sorry, didn’t mean to offend ye. But it is for true that ye’re short.’

Ik steek mijn kin eigenwijs naar voren en kijk hem wat tartend aan.

‘My name is Shanna, Dagger for friends.’ Naast me zie ik hoe Kate moeite doet om haar lachen in te houden. De wenkbrauwen van de kleerkast schieten omhoog.


‘ ‘Agger?’

‘You don’t want to know,’ is mijn antwoord.

Peinzend kijkt hij me aan.

‘I like Tinkerbell better, but, if ye like, I can always call ye Oompa Loompa,’ kaatst hij terug. Ik trek een vies gezicht.

‘I prefer Tinkerbell,’ zeg ik dan nuffig.

Kate houdt het niet meer vol en schiet in de lach.

‘What?’ wil de kleerkast weten.

‘Nothing,’ lacht Kate. ‘But let me tell you that it takes days, even weeks, to convince her for a nickname. You did it in two minutes.’

Ik kijk de andere kant op en doe net of ik gek ben, wetend dat Kate gelijk heeft. De kleerkast richt zijn blik weer op mij.

‘Why ‘re ye okay with Tinkerbell?’

Ik zucht diep en kijk hem aan.

‘Tinkerbell is a sweet little elf. I’m not an elf, but I am sweet. So, why not?’

‘I say it was my persuasion.’

Nog voor ik kan reageren word ik op mijn schouder getikt.

‘Ey! You little handsome girl! Take a picture of me!’

Naast me staat een slonzige man van middelbare leeftijd, overduidelijk een zwerver. Verbaasd kijk ik hem aan.

‘Why?’

Er volgt een hele spraakwaterval die ik niet kan volgen en ik besluit hem zijn zin te geven.

‘Okay, okay, go stand over there.’

De zwerver huppelt met een grijns op zijn gezicht naar de aangewezen plek en snel knip ik een foto. Vrolijk huppelt hij verder als hij de foto ziet, met een hoop afscheidswoorden. Elke twee meter begint hij opnieuw. Als hij eindelijk weg is, pak ik mijn camera, zoek de foto en druk op delete.

‘Dat was dat,’ zeg ik met een diepe zucht.

Kate kijkt me grijnzend, maar tegelijkertijd hoofdschuddend aan.

‘What were ye thinkin’?’ vraagt de bodyguard.

‘I had to get rid of him, didn’t I?’

Hij zegt zijn handen in zijn zij, waardoor hij nadruk legt op zijn lange en brede lichaam.

‘ ‘nd you didn’t think of me, did ye? I’ll protect ye.’

Met een sarcastisch lachje kijk ik hem aan.

‘So you’re my personal bodyguard now, instead of Orlando’s?’

Hij schudt zijn hoofd.

‘Just for this evening. Orlando pays better.’

‘Who says so?’ werpt Kate tegen. ‘You have no idea who we are.’

‘I don’t,’ antwoordt hij. ‘Ye look like ye’re a rich girl. Where ‘re ye from?’

‘Holland,’ antwoordt Kate. ‘And we’re not rich.’

Hij kijkt haar aan en ik zie dat hij overweegt iets wel of niet te vragen.

‘ ‘nd ye came all the way to see Orlando?’

Kate en ik knikken instemmend.

‘It was my birthdaygift,’ zeg ik en vertel het verhaal over Kate in Los Angeles en vervolgens haar telefoontje naar mij toe.

‘Were you in Los Angeles too?’ wil Kate dan weten.


Hij neemt een wat afwachtende houding aan.

‘Sorry, can’t tell.’

We snappen direct dat hij met zijn beroep niet alle informatie kan prijsgeven en schakelen over naar een ander onderwerp: de meest gekke dingen die hij tijdens dit werk heeft meegemaakt. Hij begint te vertellen en lijkt er erg van te genieten, terwijl we hem lachend, soms vol ongeloof, aankijken en gefascineerd naar zijn verhalen luisteren.

Langzaam kruipen de uren voorbij en voor tien uur ben ik een huwelijksaanzoek rijker, die ik netjes afwimpel door te zeggen dat de kleerkast niet mijn type is. De volgende tien minuten doet hij alsof hij heel boos is, maar als het druk wordt en ik sta te bibberen van de kou, stelt hij voor dat ik aan de overkant even chocolademelk ga halen.

‘I’ll save ye spot,’ knipoogt hij.

Ik gris mijn portemonnee uit mijn tas en vlieg naar de overkant, waar ik twee bekers warme chocolademelk koop. De terugweg kom ik niet door de mensenmassa heen om me weer bij Kate te voegen.

‘SECURITY!’ brul ik zo hard als ik kan.

Automatisch schuiven de mensen opzij om me er door te laten. Het is pas daarna dat het hen opvalt hoe klein ik ben en absoluut niet bij de security hoor, maar dan sta ik alweer op mijn plekje. Grijnzend kijkt de kleerkast me aan.

‘That was very smart of ye.’

‘You learn how to handle different situaties,’ zeg ik schouderophalend, doelend op mijn lengte.

‘But I still think ye’re sweet, Tinkerbell,’ vindt hij dan en ik lach even.

De andere bodyguards halen de dranghekken tevoorschijn en we moeten een stuk naar achteren verplaatsen. Het dranghek dat voor ons geplaatst wordt is smaller dan de stoep, waardoor ik in de hoek geen dranghek voor me heb.

‘Now, I want you all to listen very carefully!’ roept de kleinste bodyguard. ‘I will not, I repeat NOT, see you pushing! There’s no need, Orlando will stay on this side anyway.’

Er klinkt gelach onder de mensen.

‘And I want you,’ richt hij zich tot mij, ‘not to move a single step further then where you’re standing right now, understand?’

Ik knik begrijpend.

‘ ‘cause if you will, I’ll pick you up and throw you over the crowd.’

Hij lijkt erg serieus te zijn in zijn woorden en ik beloof hem dat ik geen stap verder zal zetten.

‘Ik sta toch al dichterbij dan jou,’ pest ik Kate, die me even een donkere blik toewerpt.


De spanning stijgt, je voelt het hangen. De eerste acteurs van het toneelstuk verschijnen om via de artiesteningang het theater te verlaten, iets wat Orlando niet zal doen. Hier en daar klinkt wat vaag geklap, maar het is duidelijk dat iedereen hier maar voor één man komt: Orlando. Plots beginnen mensen aan de overkant te gillen. Wij kunnen het niet zien, omdat we om de hoek staan, maar het is voor ons een teken dat Orlando naar buiten gekomen is. Ik houd mijn camera gereed en wissel even een blik met Kate. Het volgende moment komt Orlando breed lachend om de hoek zetten.

‘Hi girls!’ zegt hij tegen ons.

Er klinkt een volmondig ‘Hi Orlando!’ terug en de mensen om ons heen schieten even in de lach. Kate grijpt direct haar kans.

‘Did you like the present we gave you yesterday?’

Nadenkend kijkt hij ons aan.

‘I probably did… I’m a bit confused, which one was it?’ wil hij weten.

‘It was in a small bag,’ begint Kate.

‘With the English flag on it,’ vul ik gelijk aan.

Er verschijnt een vertederende blik op zijn gezicht.

‘I loved it, thank you love!’ bedankt hij ons enthousiast. ‘I really liked the pendent!’

‘Kate or Shanna?’ vraagt hij dan aan Kate, die gelijk knikt als hij haar naam noemt.

‘Thank you so much,’ herhaalt hij nog eens. ‘I am so spoiled with my fans!’

Er klinkt gelach om ons heen. Een meisje naast ons geeft hem een ring.

‘It’s for your next girlfriend!’

Prompt ligt iedereen in een deuk, inclusief Orlando. Kate zorgt dat haar flyer nog gesigneerd wordt voor een vriendin. Hij neemt mij even op.

‘You know, you’re a bit pathetic, standing in that corner with your height.’

Ik kijk hem donker en verontwaardigd aan. Snel geeft hij me een knipoog. Oké, oké, ik vergeef je, denk ik gelijk en lach even naar hem. Net als ik mijn flyer aan hem wil geven draait hij wat weg.

‘Orlando, please, would you sign this one? It’s for a friend of mine back in Holland, she has cancer...’

In plaats van de flyer die hij rechts van hem wilde signeren, draait hij terug en signeert de mijne.

‘Tell her to get well soon, send her my best wishes…’

Ik zie dat hij niet helemaal weet wat hij moet zeggen, maar ik knik dankbaar. Zijn blik blijft even hangen op het petje van Kate, dezelfde als ik gisteren ook op had.

‘Nice hat,’ zegt hij dan, voor hij doorgaat met handtekeningen zetten.

Ik schiet in de lach. De zin van Jack Sparrow! Ik klem de flyer even tussen mijn knieën en concentreer me op de foto’s. Orlando staat veel met de rug naar ons toe, maar ik klik door. Je weet nooit of hij zich toevallig net omdraait. Een paar minuten later is hij de rij langs geweest. Hij draait zich om en wil terug naar binnen lopen, maar hij bedenkt zich en loopt nog even naar ons toe om te zwaaien en afscheid te nemen. Dan verdwijnt hij om de hoek. Langzaam kijk ik Kate aan.

‘Hij wist onze namen!’

Ik fluister bijna, terwijl Kate dezelfde woorden zegt, maar dan heel hard. We schieten in de lach en kijken elkaar aan, nog wat van de kaart.

‘Ik snap niet dat hij het voor elkaar krijgt om dat te onthouden, ik bedoel, hij krijgt zoveel cadeautjes, en fanmail, en…’

We zwijgen even.

‘Wat zei hij tegen jou?’ vraagt Kate dan.

Ik kijk op.

‘Zal ik wel eens zeggen dat ik dat even helemaal kwijt ben?’

Er verschijnt een lach op mijn gezicht.

‘Maar dat komt zo wel terug,’ voeg ik er dan aan toe.

Als we een half uurtje later terug zijn bij onze jeugdherberg, hebben we nog steeds allebei de neiging om te gillen. De woorden ‘hij wist onze namen’ komen nog meerdere keren voorbij, we kunnen het nog steeds niet helemaal bevatten.

‘Ik kan niet slapen!’ gilt Kate, vol met energie.

Vermoeid kijk ik haar aan.

‘Ik wel, en mijn voeten doen het al!’


11:11:46 31 Juli 2008 Permanente link Reacties (0)

Vakantie deel V


Nou een hele late afsluiter van de vakantie! Bij gebrek aan tijd ;)

De Londen by Night foto's zijn aardig gelukt en ik ben er onwijs blij mee! De laatste dag in Londen nog een beetje van alles wat gedaan en rondgeslingerd. Nog een laatste keer Big Ben, Tower bridge, London Eye... nog een plaatje hier, plaatje daar. Op tijd naar het vliegveld en voor je het weet sta je met je voeten alweer op de Duitse grond. Geen zak aan. Donker, regen, rotweer, alles bah. Ik moest echt goed kijken toen ik terug naar huis reed, zo donker was ik niet meer gewend! Resulteerde in een paar misgelopen afslagen maar uiteindelijk veilig thuisgekomen.

Dag erna direct aan 't werk en dat ging niet goed, virusje opgelopen in Londen en ik was goed ziek. Naar huis gegaan en de dag erna ook thuis gebleven. Inmiddels alweer 1,5 week gewerkt maar weinig tijd, pas 2 dagen foto's uitgezocht!

Toch ga ik binnenkort een hele fotoreportage van Londen plaatsen, dus blijf kijken!


21:08:12 30 Juli 2008 Permanente link Reacties (0)

Vakantie deel IV


Wat een dag weer!

Gister wilden we London by Night zien, maar eenmaal lekker liggend op bed, waren we toch wel erg moe... en dus maar verzet naar vandaag! Vanochtend rustig opgestaan en richting het wisselend van de Horse Guards gegaan. Oke, dat viel tegen. Geen paarden te zien. Denk dat we te laat waren, haha. Anyway, terug via St. James' park, en waar ik eergister pech had, had ik nu geluk!

De eekhoorntjes zaten echt vlak aan de rand in het gras. Snel de grote lens op de camera gezet en volgens mij zitten er echt een paar gave plaatjes tussen. Ik hoop het maar, vind het zulke leuke diertjes!

Door naar King's Cross, waar Harry Potter (de platform scenes) altijd worden opgenomen. Daar moest ik als filmfreakje natuurlijk heen - en op de foto! De plek waar je op de foto kunt, is niet de plek waar het opgenomen wordt. Als je naar platform 9-10-11 wilt, moet je nl. in bezit zijn van een ticket. Zodoende hebben ze het er direct naast gemaakt. Maargoed, voor het idee wel leuk.

Daarna zijn we doorgegaan naar Guildhall/ Guildhall school for music & drama. Dat was een behoorlijk zoektochtje, maar uiteindelijk was het 't  wel waard. Erg mooie binnenplaatsen gezien en een compleet ander stuk van Londen.

Na Guildham zijn we doorgegaan (nouja, doorgegaan, het was een eind, haha) naar Notting Hill. Ook daar moest de bookstore gevonden worden, maar om Portobello Road te vinden was ook nog wel even een klus. Wel suuuuuupermooie wijken, dure auto's (men, ik wil ook!) en Portobello Road is een erg leuk straatje met grappige winkeltjes. Aan een man of vijf gevraagd waar het was. Het idee voor de bookstore is ontstaan bij een boekenwinkeltje in een zijstraatje van Portobello Road. Dat heb ik op de foto gezet. Na enige tijd zoeken ook het winkeltje gevonden die ze in de film gebruikt hebben, maar dat ziet er nu compleet anders uit en zag er echt niet interssant uit, dus niet op de foto gezet.

Nu weer in het internetcafe, het is inmiddels half 5. Even lekker zitten, straks wat eten en rond 9 uur gaan we richting de Tower brigde. Daarna Big Ben, London Eye, Houses of Parliament. Wil toch proberen of ik wat gave Londen by Night foto's kan krijgen! ;)


17:38:41 20 Juli 2008 Permanente link Reacties (0)

Vakantie deel III


Gisteravond niet zo lang opgeweest en vroeg naar bed gegaan. Voelde me echt niet goed! Het is iedere dag bloedheet op onze kamer maar ik lag diep onder de dekens nog helemaal te rillen! Was bang dat ik ziek zou worden, maar toen ik vanochtend om half 10 (!!) wakker werd, voelde ik me gelukkig heel goed. Opgestaan, aangekleed, niet ontbeten in de jeugdherberg want dat is werkelijk prut, naar buiten gekeken en WAUW wat een weer! Zon, blauwe lucht en wat wolkjes! Tijd voor de London Eye dus.

Helaas stapten we bij Westminster uit de tube en toen kwam het met bakken naar beneden. Direct omgedraaid, op de circle lijn gestapt, South Kensington eruit en op weg naar Harrods. Ik dacht nog wel te weten hoe ik ongeveer moest lopen. Jaja, dikke not dus. Sloeg de 2e straat in, in plaats van de derde. Toen we op een kruispunt kwamen was dat toch wel een heel andere weg dan ik gehoopt had aan te treffen. Jeroen zijn map erbij gepakt, maar we konden nog niet eens goed kijken of er stond een vrouwtje naast ons om te vragen of ze kon helpen. Fantastisch zulke mensen en een kwartiertje later stonden we voor Harrods!

Da's best gaaf. Onwijs groot, al die verschillende afdelingen, verdiepingen, honderden mensen aan personeel volgens mij... pfff!
Mijn benen waren wel spelbreker waardoor ik niet bijzonder gezellig was en overal waar ik kon ging zitten, maargoed, t was niet anders. Toen we weer buiten stonden, stond daar een bodyguard (van Harrods) bij de deur. Heb vandaag een t-shirt aan met daarop: 'He's not my boyfriend, he's my bodyguard', en dat lokt behoorlijk wat reacties uit, haha. Zo reageerde deze man met 'If you want a new bodyguard, give me a call'. Dag weer compleet dus.

Goed, buiten Harrods was de lucht veranderd in een strakblauwe hemel! Gelijk op de foto vastgelegd want da's best uniek in Londen geloof ik. Wij naar de Londen Eye, weet-ik-hoe-lang in de rij gestaan voor een kaartje... en toen moesten we 2 uur wachten!
Dus hup, cafeetje in en daar geluncht. Dat ging er wel in.  Uiteindelijk om 10 voor half 4 in de rij gaan staan en kwart over 4 zaten we er eindelijk in... pfff... wat een lange wachtrij. Echt duizenden mensen. Tijdens 't wachten aan de praat geraakt met Amerikanen, 2 zussen, 1 uit New Jersey en de ander met dochter/nichtje (?) uit Indiana. Heel gezellig!

London eye was fantastisch. Wat een uitzicht met dit weer zeg! Ben zo benieuwd naar de foto's! Op de terugweg bij South Kensington even wat fruit gehaald want veel honger heb ik ook niet echt. Nu zitten we dus weer bij 't internetcafe.

Vanavond naar de Tower brigde/London Eye/Big Ben als het donker is. Hoop echt dat ik gave plaatjes kan schieten!


19:12:24 19 Juli 2008 Permanente link Reacties (0)

Vakantie deel II


Hoi allemaal!

Gistermiddag zijn we naar West End geweest en Trafalgar square. Daar wilden we het bij houden, maar uiteindelijk zijn we nog doorgelopen naar Chinatown, Soho en Regent Street. Kortom, ik was behoorlijk gesloopt. Kan goed merken dat ik het afgelopen half jaar geblesseerd ben geweest, mijn beenspieren zijn niets meer gewend.
Gedoucht, en in de loungeroom geploft, waar we aan de praat raakten met Kara (Montreal, Canada) en Paul (Cleveland, Ohio). Echt supergezellig en uiteindelijk zijn we met zijn vieren wat gaan drinken. Daarna terug naar het hostel, ik was kapot dus ben naar bed gegaan.

Vanochtend iets voor 8 wakker, even lekker gelegen en toen aangekleed/ontbeten. Het weer aangekeken en besloten richting de Big Ben/Houses of Parliament en London Eye te gaan. Paul kwamen we tegen in de gang en hij is met ons meegegaan. Suuuupergezellig dus allemaal :))
Eenmaal bij de London Eye werd het me wat te grijs en dat vind ik zonde voor de foto's, kwam net even een regenbuitje aan. Doorgegaan naar de Tower Bridge en daar hebben we de Tower ook bezocht. Wat onwijs gaaf zeg! Ook die crown juwels enzo!
Het is zo oud, je hoort het geluid uit de stad niet, echt een compleet andere wereld!
Tegen etenstijd waren we wederom helemaal gesloopt, teruggegaan en op Queens way wat gegeten met zijn drieen. De heren op zoek naar internet, ik naar de douche.

Ik kan bijna niet meer lopen!

Morgen weer een dag.


21:22:52 18 Juli 2008 Permanente link Reacties (0)

Outlet NL female 140915 - 030216 468x60


Weblog